In wezen zijn er twee verschillende zielenwezens, namelijk
straal-wezens en god-wezens. De god-wezens zijn over het algemeen ouder dan de
straalwezens, maar niet altijd. Zoals je weet zijn er in het universum 7
“stralen”, dit zijn er momenteel veel meer, maar dit komt door groei en
evolutie van het universum zelf. Er waren dus 7 stralen, heel heel lang
geleden, die je voor zou kunnen stellen als een dik touw (of navelstreng), met
7 strengen die samen het touw vormen, doordat deze in mekaar gedraaid zijn. De
doorsnede van het touw omhelsd dan alle 7 de stralen, die allen een andere
kleur hebben en een andere trillingsfrequentie en “toon”. Veruit de meeste
zielen, zowel op aarde als in het universum zijn straalwezens, zij zijn
“geboren” uit een van deze 7 stralen. De Lemurianen zijn bijvoorbeeld ontstaan
uit de eerste straal, en zij waren ook als eerste straalwezens ontstaan, maar
de straal zegt verder niet veel over de ontstaansperiode. Zo zijn de meeste
straalwezens uit straal 2,3 en 4 min of tegelijkertijd ontstaan, terwijl de
vijfde straal al eerder straalwezens leverde, maar later ook nog, omdat dit in
2 fases is gegaan. Daarna volgde de zevende straal en als laatste de zesde
straal.
Godwezens zijn zielenwezens die alle 7 de stralen in
dezelfde mate met zich meedragen, omdat zij uit deze 7 kleurige “navelstreng”
zijn geboren. Je kunt dit voorstellen als “bubbels” die van deze
navelstreng afkwamen en door het universum zweefden als grote bellen van
energie. Ook dit is in meerdere keren gebeurt, en gebeurt soms nog steeds in de
evolutie van het zielen-universum. God-wezens
kunnen andere zielen geboren laten worden vanuit een van de stralen die zij in
zichzelf meedragen. Straalwezens kunnen dit ook, maar dit gebeurt bijna niet.
Enkele godwezens zijn de meeste wezens van de zon, een
aantal wezens van de maan en enkele “meesterzielen” van Sirius, zoals eerder
genoemd in dit boek. Zoals ook eerder verteld was Lando een ziel oorspronkelijk
van Sirius, en was hij voorouder van de Annunaki zielen, die zijn ontstaan uit
de tweede straal van zijn wezen.
Iedere ziel kan leren van andere stralen, en deze andere
stralen in zich opnemen in de ziel, in feite is dit ook gebeurt door de komst
van de “fysieke” mens op aarde, doordat deze een chakra systeem met zich heeft
meegekregen. Maar de straalwezens zullen na het fysieke leven altijd terugkeren
naar de straal van zijn herkomst, totdat de ziel toegang heeft tot het “gouden
licht” welke alle stralen, ook de stralen die later erbij zijn gekomen, in het
gouden licht met zich meedraagt.
De godwezens hebben velen zielen geboren laten worden vanuit
een van hun eigen stralen, meestal met velen tegelijk, maar soms ook slechts
enkelen. In feite zijn hier zowat alle combinaties mogelijk. Let wel dat dit
proces zich allemaal nog afspeelde toen er in feite nog geen sprake was van
dualiteit, het tijdperk van dualiteit begon met de eerste komst van de volledig
fysieke mens op aarde ten tijde van Atlantis. Want ook in Lemuria op de oude
aarde waren de mensen grotendeels etherisch. Zij werden langzaamaan fysiek. (Al eerder was er oorlog in de “hemelen”, maar
dit kwam doordat de god-en straal wezens zich individualiseren, en zich anders
gingen voelen dan een ander; er kwam steeds meer verschil, maar wij noemen deze
periode in dit boek nog steeds de eenheidsperiode, alhoewel je dit ook al een
stuk dualiteit zou kunnen noemen)
Om het wezen van de (toekomstige) mens in stand te houden
werden de meeste zielen geboren uit twee god-wezens, een “mannelijke” en een
“vrouwelijke” ,maar dit hoefde niet perse altijd, en kon ook op verschillende
manieren plaatsvinden. De Lemurianen
werden bewust als eerste straalwezens tot geboorte gebrachte, en zij zouden dan
ook de eerste fysieke wezens worden op aarde, al dan niet gedeeltelijk. Meteen
na de geboorte van deze eerste straalwezens begon ook zeer snel de eerste
oorlog in de hemelen, omdat het in feite als een geschenk werd gezien om ook in
3d te kunnen en te mogen leven. (Alhoewel dit proces van gedeeltelijk 3d na
totaal 3d zeer lang heeft geduurd) . Meteen na geboorte van een straalwezen,
welke zowel mannelijk als vrouwelijk was, werd deze ziel geheel natuurlijk
gesplitst in een man- en vrouw deel, dit zijn de tweelingzielen.
Als een ziel op aarde ascentie heeft bereikt, keert hij niet
zoals normaal gesproken terug naar zijn eigen oorspronkelijke straal. Maar
wordt deze meestal na de fysieke dood opgenomen in het wezen van het
oorspronkelijk godwezen, na doorgang door het gouden licht. Hierdoor is voor
die ziel de cyclus voltooid en hoeft deze niet perse terug te keren op aarde,
alhoewel dit wel kan, meestal weer via dezelfde straal.
Na ascentie wordt men dan in feite een met de god-wezens van
zijn afkomst. Zij zijn dan werkelijk die ziel, en ook weer niet. Dit is ook de
reden waarom veel straalwezens die momenteel op aarde zijn waarlijk “goden”zijn,
of zich goden voelen wanneer zijn vanuit hun ascentie-herinneringen handelen,
denken of voelen vanuit dit vader-moeder god principe. Zij zijn enerzijds
straalwezen maar door hun (vroegere) ascentie via hun bewustzijn een met hun
godwezens, alhoewel de ziel pas na de dood daadwerkelijk als zielenwezen
daarheen terugkeert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten